In januari 2022 bereikte de inflatie 7,12%, het hoogste peil in bijna veertig jaar. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de prijs van ons winkelmandje, maar ook het geld op onze spaarboekjes wordt steeds minder waard. Eind vorig jaar hadden de Belgen een recordbedrag van 300 miljard euro op de spaarboekjes staan, dat ze nu in sneltempo zien verdampen. Maar wat zijn anno 2022 dan wel goede oplossingen om je geld te laten renderen? 

 

Inflatie scheert hoge toppen

Er is de voorbije tijd al heel wat gezegd en geschreven over inflatie, maar laten we toch nog even opfrissen wat het begrip ‘inflatie’ nu weer net inhoudt. In de loop der tijd gaan sommige prijzen stijgen, terwijl andere net dalen. Inflatie gaat over een stijging van het algemene prijsniveau. Dit betekent concreet dat je vandaag met 1 euro minder kunt kopen dan gisteren. Voor de berekening van de inflatie kijkt men naar alle goederen en diensten die gezinnen consumeren. Voorbeelden daarvan zijn dagelijkse boodschappen (eten en drinken, brandstof, …), duurzame consumptiegoederen (kledij, computers, wasmachines, …) en diensten (kapper, verzekeringen, …). Die goederen en diensten steekt men in een soort fictief boodschappenmandje en elke maand opnieuw vergelijkt men de prijs van dat mandje met de prijs van hetzelfde mandje exact een jaar voordien.

In een gezonde economie gaat men uit van een jaarlijkse inflatie van ongeveer 2%. Dat zet consumenten namelijk aan om hun aankopen niet uit te stellen, want die zullen in de toekomst alleen maar duurder worden. Op die manier krijgen we dus een licht groeiende economie. In de laatste maanden van 2021 zagen we de inflatie echter veel hogere pieken bereiken: 4,16% in oktober, 5,64% in november en 5,71% in december. Met 7,12% in januari 2022 bracht het nieuwe jaar alvast weinig beterschap. Het is van augustus 1983 geleden dat er zo’n hoog inflatiecijfer genoteerd werd. 

 

Wat is er aan de hand? De hoge stijging van de afgelopen maanden is in grote mate te wijten aan de energieprijzen die uit de pan swingen. In vergelijking met januari 2021 is aardgas nu 153,7% duurder, elektriciteit 70,8% en huisbrandolie 41,7%. Door de wereldwijde pandemie heerst er bovendien ook een tekort aan bepaalde producten door problemen met de leveringstermijnen. En zoals we allemaal weten, doen weinig aanbod en veel vraag de prijzen en bijgevolg de inflatie stijgen. Het Federaal Planbureau ziet de inflatie in 2022 nog niet meteen zakken en voorspelt een gemiddelde jaarinflatie van 5,8%. In 2023 zouden we uitkomen op 0,8%. Er is dus licht aan het einde van de tunnel.

 

Het spaarboekje als digitale portemonnee

Als we door de inflatie met z’n allen aan koopkracht verliezen, betekent dat dan ook dat het geld op onze spaarboekje minder waard wordt? Het antwoord is helaas ja. In België is de wettelijke minimumrente op spaarboekjes 0,11%. De meeste banken hanteren ook dat tarief. Onderstaande tabel geeft je een idee van hoeveel een bedrag van 5.000 euro waard is na een bepaald aantal jaar sparen.

 Op het eerste gezicht lijkt het geld op spaarboekjes dus iets - zij het niet veel - op te brengen. Maar spaarboekjes zijn natuurlijk ook onderhevig aan de inflatie. Hieronder zie je wat er met jouw bijeengespaarde 5.000 euro gebeurt als gevolg van de inflatie.

Stel dat je in januari 2021 een bedrag van 5.000 euro op je spaarboekje had staan, dan was dit in januari 2022 maar liefst 7,01% (7,12% inflatie min 0,11% rente) minder waard. De 5.005,50 euro die je dacht gespaard te hebben, is in werkelijkheid dus slechts 4.649,50 euro waard.

 

 

Vandaag staat er 300 miljard euro op de spaarboekjes van de Belgen. En dat is meer dan ooit. Tijdens de coronacrisis werd er namelijk gespaard als nooit tevoren. Toen het virus in de zomer van 2021 aan kracht afnam, werd verwacht dat we weer meer zouden gaan uitgeven. Maar dat gebeurde niet. De consumptie van onze gezinnen ligt nog altijd lager dan in 2019, voor de pandemie. Maar door hun geld te parkeren op spaarboekjes, zien de Belgen dus elk jaar miljarden aan spaargeld verdampen.

 

Moeten we dan meteen af van het spaarboekje? Dat nu ook weer niet. Anno 2022 is en blijft het spaarboekje een noodzakelijk instrument, als je maar weet waarvoor je het kunt gebruiken. Het spaarboekje is de digitale portemonnee bij uitstek, voor geld dat je morgen wil uitgeven. Maar een middel om te beleggen? Dat is het al een tijdje niet meer.

 

Beleggen, het nieuwe sparen?

Wie zijn geld wil laten renderen, moet dus op zoek naar andere oplossingen dan het klassieke spaarboekje. Daarvoor kijkt men vandaag steeds meer in de richting van beleggen via aandelen en/of obligaties. “Maar houdt dat niet bijzonder veel risico’s in?”, horen we je al denken. Risico’s kun je natuurlijk nooit voor honderd procent uitsluiten. Belangrijk is dat je weet hoe je met die risico’s moet omgaan. Als je je houdt aan enkele eenvoudige beleggingsregels, kom je al een heel eind.

 

 

  • Respecteer altijd je beleggersprofiel

Wij hanteren vier verschillende beleggersprofielen: Conservatief, Defensief, Neutraal en Dynamisch. Laat op voorhand je profiel bepalen, respecteer je profiel altijd en wijk hier zo weinig mogelijk van af, tenzij je daar zelf een zeer goed reden voor hebt.

 

  • Respecteer altijd je beleggingshorizon

Hoe lang kun je je geld missen? Is dat minder dan drie jaar, dan blijf je beter weg van beleggen via aandelen en obligaties. Je hebt je geld namelijk binnenkort nodig. Heb je je geld de eerste drie jaar niet nodig? Dan kun je gaan nadenken over beleggen, maar steeds in functie van je profiel.

 

  • Respecteer altijd je beleggersprofiel en beleggingshorizon samen

Heb je een dynamisch profiel, maar een beleggingshorizon van drie jaar? Dan kun je toch nog altijd beter defensief beleggen. Kun je je geld langer dan acht jaar missen en heb je een dynamisch profiel? Dan kun je dynamischer gaan investeren. Het is zoals skiën: een ervaren skiër kan zonder problemen een zwarte piste aan, maar kan wanneer hij wil ook een rode piste afdalen. Maar buiten de piste? Daar begint hij beter niet aan!

 

  • Kies voor spreiding via kwalitatieve fondsen

Spreiding is hét codewoord bij beleggingen. Kies voor verschillende sectoren, munten, regio’s, enzovoort. Fondsen hebben die mix al zitten in hun portefeuille. Wie belegt in één of meerdere fondsen, elk met hun eigen zwaartepunt natuurlijk, heeft die spreiding dus al automatisch te pakken.

 

  • Gebruik correcties om te kopen, niet om te verkopen

Laat je nooit leiden door je emoties. Als de markten corrigeren, is dat eigenlijk het moment om te kopen of bij te kopen.

 

  • Durf na een goede periode winst te nemen

En het omgekeerde geldt ook. Als de beurzen floreren, moet je durven verkopen. Ook hier zijn emoties - je winnaars willen bijhouden - een slechte raadgever.

Door de lage rente op de spaarboekjes, gecombineerd met de inflatie, denken steeds meer mensen na over beleggen. Als je je aan enkele basisregels houdt, loop je weinig tot geen risico op onaangename verrassingen. Anno 2022 stellen sommigen zelfs dat niet beleggen net risico’s inhoudt. Beleggen is namelijk de enige manier om mee te genieten van de economische groei.

Pensioen- en langetermijnsparen

Is beleggen voor jou toch een brug te ver? Er zijn ook andere mogelijkheden om de inflatie tegen te gaan of toch op zijn minst te neutraliseren.

 

De meeste Belgen doen nu al aan pensioensparen, deels natuurlijk door het fiscale voordeel dat eruit te halen valt. Via de verzekeraars kun je ook pensioen- of langetermijnsparen via een tak21- of tak23-verzekering. Een tak21-formule is een verzekeringscontract met een gewaarborgde rente en eventueel een winstdeelname. Het rendement van zo’n formule ligt jaarlijks gemiddeld tussen 1% en 2%, wat de afgelopen jaren meestal voldeed om de inflatie te neutraliseren. Een tak23-formule is dan weer gekoppeld aan één of meerdere beleggingsfondsen. Je hebt hier geen gewaarborgde rente, maar het rendement - dat afhankelijk is van de prestatie van de onderliggende fondsen - kan wel hoger oplopen. Je spaart steeds met respect voor je beleggingsprofiel en beleggingshorizon en kiest voor een defensieve formule, een dynamische formule of iets tussen de twee.

 

Pensioensparen brengt alvast meer op dan een spaarboekje. Volgens sectororganisatie PensioPlus boekten de Belgische pensioenfondsen in 2021 een gemiddeld rendement van 9,08%. En dat is nog altijd een stuk meer dan het hoogste inflatiecijfer van dat jaar (5,71% in december). Het reële rendement lag hier dus op 3,37%.

 

Belangrijk bij pensioensparen is natuurlijk de lange termijn. Je kunt pensioensparen namelijk zien als een belegging met een hele lange beleggingshorizon. Maar ook daar zit het goed met 6,94% (reëel 5,18%) op 10 jaar, 5,10% (reëel 3,10%) op 20 jaar en 6,34% (reëel 4,37%) op 30 jaar. De sectororganisatie rekende uit dat wie in 1985 in een pensioenfonds 100 euro investeerde, vandaag 1.105 euro terugkrijgt. Na correctie met inflatie blijft hier nog altijd 515 euro van over, meer dan vijf keer het geïnvesteerde bedrag. 

 

Conclusie

Hoewel spaarboekjes vandaag nog steeds hun nut bewijzen als digitale portemonnee voor geld dat we snel nodig hebben, is het resoluut fout om ze te beschouwen als een beleggingsinstrument. Door de hoge inflatie in combinatie met de lage rente verliest het geld op onze spaarboekjes namelijk sneller dan we zouden willen aan waarde. Wie zijn geld vandaag nog wil laten renderen, moet daarom op zoek naar andere oplossingen. Beleggen was nooit eerder zo populair en kan - mits een goede inschatting van de risico’s - voor een mooi rendement zorgen. Daarnaast zijn ook het klassieke pensioensparen en de tak21- en tak23-verzekeringen mooie - en vooral betere - alternatieven voor het spaarboekje.

 

 

Stel ons al uw vragen, wij helpen u graag verder